Redeloos, radeloos, reddeloos…
In het Rampjaar 1672 werd ons land overvallen door de Franse Zonnekoning Lodewijk XIV, de Engelse vloot en twee Duitse vorsten. Op zee en op het land verloor Nederland steeds meer terrein. De bevolking raakte in paniek, er ontstond een vluchtelingenstroom en de gebroeders De Witt werden vermoord. Het volk was redeloos, de regering radeloos en het land leek reddeloos.
In een jaar tijd echter keerden de kansen. Om de vijand de pas af te snijden liet de jonge stadhouder Prins Willem III de dijken doorsteken: de Oude Hollandse Waterlinie ontstond. Deze waterbarrière verbond de Hollandse vestingsteden – van Muiden en Naarden aan de Zuiderzee tot Gorinchem en Woudrichem bij de Biesbosch – en beschermde het hart van de Republiek: het gewest Holland.
De Fransen waren verrast: het water bleek te diep voor hun karren en paarden en te ondiep voor hun boten. Door deze muur van water kwam het 100.000 man sterke Franse leger tot stilstand. De Republiek was gered…
Waterbarrières
Met water werd ook de strijd in het Noorden gestreden: water in de Drentse beekdalen en in de veengebieden rondom de vesting Groningen. Daarin liepen de troepen van Münster en Keulen vast: in de modder werd hun opmars gestuit. Groningen werd ontzet, waardoor ook Friesland een vijandelijke bezetting bespaard bleef.
Maar zonder de strijd op zee hadden de oorlogsmaanden van 1672/3 alsnog op een drama kunnen uitlopen. De oorlogsvloot onder Michiel Adriaensz de Ruyter dekte de zeekant af: Holland, Zeeland en de Noordelijke zeegaten. De Ruyter beschermde de kusten van de Republiek en overwon de Engelse oorlogsvloot in beslissende zeeslagen, zoals Solebay (juni 1672) en Kijkduin (augustus 1673).
Samenwerking
De Republiek was in 1672 sterk verdeeld: Staatsgezinden stonden tegenover Prinsgezinden, katholieken tegenover protestanten en de gewesten waren onderling verdeeld. Maar samenwerking bleek de sleutel tot nationale redding. Die samenwerking was hard nodig want de strijd tegen de Fransen zou nog zes jaar duren: tot de Vrede van Nijmegen in 1678-1679.
Ook internationaal was samenwerking vereist. Stadhouder Willem III verbond tientallen landen in een grote Europese coalitie tegen de expansiezucht van de Franse Zonnekoning. Daarbij ging het ook om vrijheid van geloof en denken: uniek in het zeventiende-eeuwse Europa. Onder het bewind van Willem III zouden ook de parlementaire democratie en gewetensvrijheid in Engeland worden versterkt tijdens de “Glorious Revolution”.
Waarom het Rampjaar herdenken?
Het Rampjaar was een waterscheiding in onze geschiedenis, met belangrijke en tot de dag van vandaag niet te missen lessen voor jong en oud. Over nationale vrijheid en wat die kost en brengt. Vrijheid die bevochten werd mét het water en óp het water.
Over het belang van samenwerking, binnenlands maar ook internationaal. Over vrijheid van denken, zowel politiek als godsdienstig. Het Platform Rampjaarherdenking heeft afgelopen jaar haar steentje bijgedragen aan het uitdragen van deze waarden van vrijheid en samenwerking, aan de hand van de lessen die uit het Rampjaar kunnen worden getrokken. Dit alles op een voor het grote publiek beleefbare manier en inspelend op de actualiteit. Gerichte informatie-uitwisseling, media-aandacht en heldere publiekscommunicatie stonden hierbij voorop.